Snoeihout-snijwerk

 

Snoeihout kan de composthoop op, of de kachel in, of naar het bos om langzaam te vergaan. Waar je ook voor kiest, je moet er tijd en werk in steken. Je ziet hier wat er nog mogelijk is met snoeihout. Een scherp mes en een open creatieve geest, en je bent vertrokken. Je kunt er nog bij zitten ook…

Dit is heel vroeg werk van Jac Nijman, vermoedelijk jaren ’50. Hoe groot is de kans dat hij in 1949 als Hopman bij de scouting “de valken” en “de arenden”, “de herten” en “de eekhoorns” heeft leren houtsnijden denk je ? Deze notitie is uit de tijd die hij doorbracht in Amersfoort tijdens zijn opleiding aan Middeloo.

Natuurproducten
college middeloo Amersfoort midden jaren '50

In 1957 omschrijft Jac “takwerk” als persoonlijke specialiteit; van wie, de leerlingen? Het lijkt alsof Jac in deze belangrijke brief zichzelf aanprijst als specialist in “takke-werk” en dat woord heeft een heel andere, grappige, connotatie. De omschrijving is waarschijnlijk een verwijzing naar de lesinhoud en het beoogde eindresultaat. Wie ooit een stok of tak heeft opgeraapt in het bos, weet hoe dat gaat. Je bent aan het wandelen vindt een “mooie” wandelstok. Als je even uitrust in de berm of op een bankje, haal je een zakmes uit je zak en je begint te snijden en te kerven dat het een lust is. Zo creëer je jouw eigen persoonlijke wandelstok of wat dan ook. Zo word je specialist, want het eindresultaat is altijd perfect. Precies zoals ook de natuur in wezen perfect is. De brief is op tijd aangekomen en Jac heeft in de Achterhoek gewerkt aan het opzetten van die opleiding, uit “nul”, en dat moet een grote taak zijn geweest. In dit verband kan men zeker spreken van “takke-werk”. Een paar jaar later vertrekt Jac naar Nijmegen voor zijn werk aan de levensschool.

Takwerk
Mijn persoonlijke specialiteit